En ook geen beschouwing over het Bauhaus. Hoe ze met hun filosofie zochten naar een toegankelijke beeldtaal, en als tegenbeweging van de art nouveau, alle bloemige of decoratieve krommingen meden, en volledig gingen voor lijn, vorm en kleur, want de werken van Elly zijn als een ontluikende bloem gecomponeerd en uiterst gevarieerd en decoratief van aard.
Het werk van Elly is meer dan een Mondriaan. Mondriaan werkte destructief, hij vlakte de ruimte af. Zelf zei hij daarover: “Een tijd geleden begon ik een ding geheel in ruiten. Zoo. Ik moet eens zien of dat kan. Ik zou verstandelijk zeggen van ja. En er is ook iets voor te zeggen om het diagonale op te heffen, omdat we ons bewegen in een wereld van staande en liggende objecten.” Zijn werk herkennen we aan de felle primaire kleuren. Rode en gele vierkanten, en zwart omlijnde strepen, zonder de groene zachtheid van de natuur. Mondriaan werkte steeds abstracter. Zijn vierkanten werden ieler en ieler. De ruimte werd een platte wereld en vlakken werden afgelijnd. We zien dat hier in ‘de fabriek’.
De STIJL van Elly is anders. Zij verbindt juist vlakken, laat ze dynamisch bewegen in een heelal van andere blok-lichamen. Zij verzacht de harde wereld waarin we leven met pasteltinten. Zij brengt perspectief, en laat haar blokjes dartelen. In tegenstelling tot wat Mondriaan deed vermenigvuldigt Elly haar penseelcreaties. In plaats van minder komen er steeds meer figuren. Het werk van Elly is minutieus, harmonieus en constructief.
De kunst van Elly; er verschijnen steeds meer kubussen.
De kunst van Elly laat zich daarom goed vergelijken met die van Jean Adams. Deze maand 100 jaar geleden werd hij in de kloosterabdij van Rolduc tot priester gewijd. De verbinding tussen Richaerts en Adams is snel gemaakt. Want wat zij met Kubutopia voor ogen heeft had hij met met zijn priesterschap en geloof; Ontsnappen aan de werkelijkheid om ons heen. In uiterste stilte, met alleen verf en penselen schiep Elly de afgelopen 10 jaren geconcentreerd de 66 doeken die nu de lange kloostergangen van Rolduc sieren.
De weggelaten wetmatigheid uit de reele wereld, de illusie dat er nog wat anders is in het leven zetten de kijker aan tot een eigen interpretatie. Het werk met gele driehoeken die vervloeien in een contrasterende zwarte achtergrond draagt de titel; Black hole, maar had net zo goed ‘Zonnebloemen’ kunnen heten.
Het imaginaire werk van zowel Elly als Jean heeft enige kubistische beeldovereenkomsten. Adams werkte decoratief, met een gestileerde natuur in vlakken. Elly overstijgt zichzelf, door voortdurend te vernieuwen. Het is onvoorstelbaar hoe divers haar werken zijn, hoe ze steeds weer nieuwe patronen ontdekt.